Toenemende aanslibbing maakte de Goese haven in de loop van de achttiende eeuw steeds moeilijker bevaarbaar.
Toen in 1809 de Wilhelminapolder tot stand kwam was de aannemer verplicht een kanaal vanaf Goes naar de Oosterschelde te graven, met aan het noordelijke uiteinde een sluis. Grote bouwkundige gebreken verhinderden zo’n tien jaar het gebruik van de sluis, waardoor scheepvaart van en naar Goes nauwelijks mogelijk was. Alleen met dood tij konden schepen het Goese Sas binnenvaren. Op het nog bevaarbare deel van de Schenge werd een vaarroute afgebakend, zodat schepen zo dicht mogelijk bij Goes konden komen. Met paard en wagen konden dan goederen naar de stad worden vervoerd.
Jannis Ossewaarde, sluiswachter op Ter Lucht, en Janis Koole, schipper te ’s-Heer Arendskerke, werden in 1814 belast met het afbakenen van de vaarroute op de Schenge. In ruil daarvoor mochten ze bakengeld innen van de schepen die de Schenge binnenliepen. Pas vanaf 1819 ging de sluis functioneren. Scheepstimmerman Gillis Welle had jaren tevoren een scheepswerf aan de haven gehad. Nu kon hij dit ambacht weer oppakken. In 1820 verzocht hij om vrijstelling van de belasting op houtwaren, en ook op de schutgelden voor de schepen die zijn werf wilden aandoen. Het stadsbestuur ging alleen op zijn tweede verzoek in. Blijkbaar verliep de werf in de jaren daarna. In 1841 verzocht Franciscus Cornelis van Hoof toestemming om een scheepswerf te mogen beginnen aan het noordelijke uiteinde van de Albert Joachimikade. Daarnaast verzocht ook hij vrijstelling van belasting op houtwaren en ook voor de schutgelden.
De zijtak van de haven waaraan de werf zou komen te liggen heette het Molengat naar de dubbele oliemolen van Harinck die daar stond.
Van Hoof deed eerst uitsluitend reparatiewerk zoals ’califaten, branden en breeuwen’. Later zou hij ook roeiboten, hoogaarsen en dergelijke gaan bouwen. Zijn pacht liep negen jaar. Tot omstreeks 1900 bleef de werf bestaan; diverse scheepstimmerlieden waren hierbij betrokken. In 1864 werd hier een nieuw tjalkschip gebouwd, terwijl in 1866 een nieuw schip op stapel stond. Voor het overige verrichtte men op de werf reparatiewerkzaamheden.
Luchtfoto Goes (De Werf is blauw omcirkeld ), omstreeks 1925 (bron: NIMH beeldbank)